Stichting Delhaye
Jean Delhaye (1908-1993) liep stage bij Victor Horta tussen 1934 en 1940 en in 1945.
Gedreven door een mateloze bewondering voor zijn leermeester trachtte hij diens bedreigde werken te behoeden tijdens deze periode van desinteresse voor de art nouveau. Hij slaagde er niet in het Aubecqhuis en het Volkshuis van de sloophamer te redden maar overtuigde in 1961 Jacques Franck, burgemeester van Sint-Gillis, Horta’s privéwoning aan te kopen om er een museum van te maken. Delhaye werd aangesteld als gedelegeerd bestuurder en leidde een eerste restauratie- en transformatiecampagne met het oog op de aanpassing van het gebouw aan zijn nieuwe functies.
Hij was tevens de bezieler van een eerste monografische architectuurtentoonstelling in 1973. Jean Delhaye kwam, onder meer door toedoen van de weduwe van Victor Horta, in het bezit van heel wat documentatie en meubilair. In 1991 richtte hij, samen met zijn echtgenote Renée, een stichting op teneinde deze bezittingen in depot te geven aan het Hortamuseum.